Op zondag 23 februari zijn we op bezoek geweest bij de Maasai. Vroeg in de ochtend stond de schoolbus voor ons klaar. Deze bus hadden we ook echt nodig omdat we niet met z’n tweeën gingen, nee we gingen met zes vrijwilligers. Namens de vrijwilligers namen we vier meisjes uit het weeshuis en vijf stafleden mee. Na een rit van een uur kwamen we aan bij de Maasai gemeenschap. De schoolbus werd naast de kerk geparkeerd zodat we meteen van de bus de kerk in konden voor de zondagochtenddienst. Het kerkgebouw was nog erg nieuw en had golfplaten als dak. We hadden het geluk dat het die dag 35 graden was, dus in die kerk voelden we ons als een frikadelletje in de frituur. Zwetend gleden we regelmatig van het bankje om te bidden. Na veel dans, zang en gebeden was de 2,5 uur durende dienst over. Buiten de kerk ontmoetten we het stamhoofd van de Maasai: Nafyeh. Hij heette ons welkom. Ons werd verteld dat Nafyeh momenteel vijf vrouwen heeft en met deze vrouwen de trotse vader is van ongeveer 60 kinderen, hoeveel het er precies zijn weet hij zelf ook niet meer.. Onze Nafyeh is vier jaar geleden voor het laatst vader geworden. Nu vragen jullie je natuurlijk af hoe oud deze productieve Nafyeh is, Nafyeh is 77 jaar oud, genoeg ervaring dus. Met Nafyeh moesten we een stukje lopen, tijdens deze toch kwamen we langs een grote baobabboom. Dit is de grootste boomsoort van Tanzania. Deze baobab wordt regelmatig door de Maasai gebruikt voor rituele gelegenheden. Na de boom met z’n allen even geknuffeld te hebben gingen we door. Trots liet Nafyeh ons de verblijven zien van zijn 1e en 3e vrouw. Uiteindelijk kwamen we bij een centrale boom terecht die voor veel schaduw zorgde, hier namen we plaats en gingen we in gesprek met Nafyeh over de verschillen in samenleving. Nafyeh vond het erg leuk om elkaar vragen te stellen, elkaar aan het denken te zetten, maar ook om dingen te leren over onze cultuur. Gelukkig was onze vertaler Tamari mee, want Engels kon hij natuurlijk niet. Langzamerhand verzamelde er steeds meer leden van de familie rondom de boom, iedereen in de kleurrijke en traditionele Maasai kleding. Na het interessante gesprek gingen we lunchen. De Maasai vrouwen hadden een lekkere lunch voorbereid, bestaande uit rijst en aardappelen. Het slachten van een kip, zoals de meeste verwachtten, was op deze zonnige dag niet nodig.
Na de lunch werden we allemaal meegenomen. Ikzelf (de enige man) moest met de Maasai mannen mee, Fleur en de andere meiden gingen met de Maasai vrouwen mee. Hier werden we gehesen in de traditionele kledij van de Maasai. Toen ik in deze kleding buiten kwam, moest iedereen meteen erg hard lachen, een mzungu in Maasai kleding. Nadat iedereen verkleed was, werden de nodigde foto’s gemaakt. Nu was het moment van de waarheid, we moesten op een speciale manier teruglopen naar de boom waar we geluncht hadden om hier de traditionele Maasai dans te doen. Ik moest als enige mannelijke mzungu voorop. Mij werd gevraagd om een speer laag boven de grond te dragen tot we bij de boom waren. Achter mij werd een lange slinger gevormd van mannen en vrouwen. Aangekomen bij de boom gingen de mannen en vrouwen gescheiden staan. De mannen begonnen met het maken van allerlei kreten. Dit was traditioneel voor bij de Maasai dans. Daar een beetje bij stilstaan kan natuurlijk niet, dus deed ik vrolijk mee. Op een gegeven moment stapten er een paar mannen naar voren en probeerden zij zo hoog mogelijk te springen. Toen moest ik er natuurlijk ook aan geloven en kon ik mijn springkunsten laten zien. Ik miste alleen de Peijnenburg peperkoek, maar wat een ervaring! Nu was het de beurt van de vrouwen. Zij moesten met sieraden rondom de nek een bepaalde dans doen, tegelijkertijd werd er hierbij gezongen. Na een korte dans werden de vrouwen onderbroken door de mannen en begon het spring ritueel opnieuw. Dit ging zo ongeveer 45 minuten door. Later is mij verteld dat zij dit op speciale momenten wel 3 uur kunnen volhouden. Ook doen ze deze dans niet voor niets. De reden voor deze traditionele dans is als volgt: de man die het hoogste kan springen mag uiteindelijk met de vrouw die het beste kan dansen de nacht doorbrengen. ZWETEN, ZWETEN, ZWETEN, dat deze we zeker. Na de traditionele dans konden we ons weer omkleden en kregen we de gelegenheid om wat souvenirtjes te kopen om de Maasai te ondersteunen. Om ze nog eens extra te bedanken hadden we met de vrijwilligers een gift gedaan van 15 kilo rijst, 10 kilo bonen en zeep om kleding mee te wassen. Na al de vijf vrouwen, 60 kinderen en de honderd kleinkinderen een hand gegeven te hebben gingen we weer in de schoolbus op weg naar het IOP centrum. Wat een dag was dit, een unieke ervaring die we nooit meer vergeten. We hebben weer een stukje van de wereld ontdekt en mensen mogen ontmoeten die leven op hun eigen manier.
0 Comments
|